Gedichtanalyse (4)

'Slaap maar,' zeg ik
tegen een dochter die allang slaapt
en daar wakker van wordt.

Het onweert. Misschien wil ik wel
dat zij bang is, dan kan ik vader zijn.
Maar ik kan niets anders dan samen met haar
niets kunnen.

Zoals woorden. De dingen gebeuren.
Zonder woorden zouden ze ook gebeuren.
Maar dan zonder woorden.

Gedicht van Herman de Coninck, uit "160 gedichten om uit het hoofd te kennen, van heer Walewein tot Hugo Claus" samengebracht door Koen Stassijns en Ivo Strijtem.

Bespreking

Een vader zegt tegen zijn dochter "slaap maar" tijdens een storm in de nacht. Zij slaapt echter allang en met deze overbodige woorden maakt hij haar opnieuw wakker. Hij wil een goede vader zijn, haar kunnen troosten, geruststellen, maar volgens mij weet hij niet hoe. Misschien onweert het niet buiten, maar stormt het in zijn hoofd, in zijn gedachten. Misschien is hij wakker geworden door de storm, en kan hij nu niet meer in slaap vallen. Of het nu echt onweert, of het onweert in zijn hoofd, noch de vader, noch de dochter kunnen iets aan de situatie veranderen. Dingen die gebeuren, gebeuren nu eenmaal, met of zonder woorden. Maar het kan geen kwaad om zoals de dichter over die gebeurtenissen te schrijven, als dat je kan troosten of gelukkig maken.



Dit kunstwerk werd geschilderd door Gustav Klimt. Op het eerste zicht is het niet echt een illustratie van het gedicht. Er wordt namelijk een moeder afgebeeld (in plaats van een vader), slapend met haar kind. Ze zien er allebei zeer gelukkig uit, verzonken in een diepe slaap. Het lijkt allemaal heel vrolijk en rustgevend door de omringende, kleurrijke bloemetjes. Waarom heb ik deze prent gekozen? Omdat ik vermoed dat de vader in het gedicht streeft naar een even diepe band met zijn dochter. Hij wil haar troosten en geruststellen, maar weet niet hoe hij dit moet aanpakken.

Alyssa Lambrecht

5G

Geen opmerkingen:

Een reactie posten