Beste Martin,
Misschien heeft het niet veel nut om deze brief te schrijven, want ook al zal ik dit stuk papier wel kunnen afleveren in jouw nieuwe verblijfplaats, jouw hand zal nooit kunnen uitreiken om deze envelop vast te nemen, te openen en de inhoud te lezen. Jouw nieuw huis is immers een graf, met als huisnummer een stenen kruis dat jouw naam draagt. Je bent dood. Jouw glimlach, jouw gezicht kan ik niet meer waarnemen in deze tastbare en reële wereld, enkel in de wereld van gedachten, herinneringen en dromen. Daar dwaal je altijd rond en treed je af en toe, zonder waarschuwing, op de voorgrond. Je komt tevoorschijn wanneer ik het grijze vestje zie, wanneer ik mevrouw Bromley zie, of Mary. Bij het passeren langs Allerton Street zie ik ons als twee kleine jongens springen in de waterplassen, na een verse regenval. We waren beste vrienden, maar verschillen drijven mensen nu eenmaal uit elkaar, zo gaat dat in het leven. Je begon steeds meer op je vader te lijken, je werd agressiever. Jij wou werken en geld verdienen. Ik wou lezen en studeren. Dit uiteendrijven door verschillen is iets heel spijtigs.Toen de oorlog begon stond jij natuurlijk op de eerste rij om je aan te melden, ook al was je nog te jong. Je werd meegesleurd door het grote groepsgevoel van patriottisme en wou weglopen van dit monotone bestaan. Je wou gaan vechten, want hoe kan je beter je dapperheid bewijzen dan te gaan vechten voor het vaderland? Je haatte actief de Duitsers. Maar niet alle Duitsers waren slecht Martin, en het deed me pijn toen ik de kostbare klok van meneer Priebsch op straat aan diggelen zag, nadat jij en Jack het uit het raam hadden gegooid.
Ik zag je al minder dan vroeger, maar tijdens de oorlog bleef je weg gedurende periodes van een paar dagen. Niet alleen je familie, maar ook ik maakte me zorgen om jou. Meer en meer voelde ik je verdwijnen uit mijn leven, en toen ik je zag marcheren in het park en je zei dat je Matthew en niet Martin heette, voelde ik dat ik je helemaal kwijt was. Soms haatte ik je. Dat je de identiteit van je gestorven broer had gestolen kwam als een klap in mijn gezicht. Je liet je moeder alleen achter, die zich constant zorgen maakte over jouw. Maar meer dan haat voelde ik gemis, want je was nog altijd mijn vriend. Ik was ontzettend dankbaar toen je me voor de laatste keer bezocht voor je naar het front ging, ook al toonde ik dat niet. Je zag er trots uit met je kaalgeschoren hoofd en je Tudorroosembleem.
Het nieuws dat je dood was, was het laatste dat ik wou horen. Het ging immers financieel goed met je familie. Jouw vader had zich aangemeld en ging ook naar het front. Je moeder en jouw zussen genoten hierdoor van een wekelijkse vergoeding. We aten pannenkoeken met suiker en Nelly had blauwe lakschoentjes. De ansichtkaart die je had opgestuurd kwam aan en bood mevrouw Bromley een grote troost. De eerste shock kwam toen ze te weten kwamen dat Meneer Bromley gesneuveld was. Mijn kennis van jouw dood hield ik achter. De tweede shock kwam dus toen ik uiteindelijk na de oorlog het slechte nieuws omtrent jou dood durfde te vertellen aan hen. Het einde van de oorlog bracht voor hen dus niet vreugde mee, hun huis werd gevuld door een dubbel verdriet. Nu is het gezin Bromley manloos, maar daar zal verandering in komen, want Mary gaat trouwen met George Nickles, de zoon van de zeepmaker.
Het zal je misschien verassen dat ikzelf uiteindelijk ook naar het front ging, al was het dan wel door een opeenstapeling van verwarrende gebeurtenissen en emoties en niet door een vurig gevoel van verantwoordelijkheid voor het vaderland. Onze wegen kruisten elkaar, maar niet op hetzelfde moment. Lang na jou dood bevond ik me in Pop, jouw laatste verblijfplaats, in de hoop om sporen van jou daar te vinden, ook al waren die sporen maar pover. Ik heb geluk gehad. Ik ben jouw vriend Jack tegen het lijf gelopen. Hij was zowat de grootste bron van informatie over jouw belevenissen tijdens de oorlog. Hij vertelde mij alles, over jouw opleiding in Aldershot en in Saint-Omer, dat je de beste schutter was, maar mistte bij een schietoefening. Je werd een kwade dronk, je werd steeds gewelddadiger. Je sleepte je door steden, gevuld met lijken. Een grote vriend werd recht voor jouw neus doodgeknald. Je kreeg veldstraf. Met handen en voeten werd je vastgeketend aan een karrewiel, twee uur per dag drie weken lang. Je werd geconfronteerd met het ware gelaat van de oorlog, en die is lelijk en wreed. Die ene avond in Pop, wanneer je dronken was en die ene ansichtkaart naar je moeder stuurde, die haar vulde met o zo veel vreugde, probeerde je te vluchten van deze hel. Als gevolg hiervan werd je geëxecuteerd.
Terugkerend op de trein werd ik gevuld door spijt en schaamte. Ik moest degene zijn die werd geëxecuteerd, dacht ik, want ik was degene die laf was. Ik was laf geweest toen ik wegliep wanneer je me vroeg om voor de deur te wachten bij een bezoek aan een prostitué. Ik was niet ten oorlog getrokken uit vrije wil, maar zwichtte wegens de omstandigheden. Die omstandigheden omvatten de zelfmoord van mijn vriend en mijn vader die ik niet had tegengehouden wegens mijn naïviteit, de druk om te gaan strijden voor het vaderland, mijn onbeantwoorde liefde van Mary... . Ik had aan verschillende families de dood van hun geliefde zoon achtergehouden, ook aan die van jou. Ik wist dat het niet juist was, maar ik maakte mezelf wijs dat ik een weldaad deed. Ik hield immers de hoop in hun harten in stand, en hoop is één van de belangrijkste steunpilaren die je kan hebben tijdens zo'n helse, vreselijke periode. Hoop doet leven. Maar ik was ook gewoon te bang en te laf om de brieven op te sturen. Een leven van leugens is misschien een aangenamere, betere wereld, maar het is niet de echte.
Weglopen was misschien een daad van lafheid, maar de straf die je hiervoor hebt ondergaan, gun ik niemand. Dat deze kwellingen werden toegebracht door onze eigen landgenoten, maakt me ziek. Weet dat ik je niet laf vind, want wie wil er nu niet weg van deze hel? Ergens is het moedig van jou dat je probeerde te ontsnappen. Je had er genoeg van, iedereen had er genoeg van, maar jij durfde dat toe te geven. De hoge verwachtingen van heroïsme werden geconfronteerd met de realiteit en dat kwam hard aan.
Jack bezocht wekelijks je grafkruis en verzorgde die. Op het kruis staat 'Gestorven aan zijn verwondingen'. Dat helse daden niet alleen werden aangedaan door de vijand, maar ook in onze eigen kampen plaatsvonden, werd natuurlijk geheim gehouden.
Het is geen geheim voor mij meer, Martin, en je moet je niet schamen voor wat je hebt gedaan. Ik wil gewoon dat je dit weet. Weet ook dat ik je nooit zal vergeten. In de toekomst zal je niet meer zijn dan een naam op een grafsteen of een lachend gezicht op een foto, maar nu leef je nog voort, in de gedachten van Mary, Nelly, Trudy, je moeder en in die van mij. En wij herinneren jou als een held.
Liefs,
Jouw vriend, John
Alyssa Lambrecht
5G
Geen opmerkingen:
Een reactie posten