machteloos op zoek naar
de zachte valkuil slaap
klop bij je aan
zacht
haast onhoorbaar
want jou huis is een kot
in de nacht
met kamers van vel en vlees
en je stem rood en veilig
geborgen in de bloembak bij het raam
jijzelf dan, zwartwit,
(bleek van angst en zwart van slaap)
de fles al in je hand,
kantelt je woorden voor de deur
en schenkt in
pas dan val ik in slaap.
Een gedicht van Jotie T'Hooft uit "Jotie T'Hooft verzameld werk" bezorgd door Marie Lesy (2010).
Mijn kijk op het gedicht
We worden hier opnieuw met een gekwelde dichtersziel geconfronteerd. Jotie T'Hooft leed nu eenmaal aan een vernietigende verslaving, hij was psychisch labiel en pleegde op 21-jarige leeftijd zelfmoord. In het bovenstaande gedicht beschrijft hij een situatie waar hij naar iemands huis gaat. Het is een plaats, "een kot", waar hij zich kan ontspannen en in slaap kan vallen, omdat hij het niet alleen kan. Misschien komt dat doordat hij achtervolgd wordt door zijn donkere gedachten. Het beeld van de bloembak bij het raam is een rustgevend beeld dat we allemaal wel kennen. Het staat symbool voor de gezellige thuis. Hij vindt niet alleen rust in de plaats, maar ook in de persoon bij wie hij aanklopt. Volgens mij verwijzen de "kamers van vel een vlees" naar de persoon waarbij hij kan ontspannen, ik vermoed zijn vriendin. Het binnengaan in de kamer van vel en vlees kan ook verwijzen naar één of andere vorm van seksuele relatie tussen de twee.
De vrouw is zelf ook bang. Misschien is zij net als de dichter overspoeld met gedachten die zij niet kan verwerken in haar eentje. Wanneer de deur wordt geopend voor de dichter, begint zij al meteen te praten. Misschien over haar problemen, misschien over haar angsten, of misschien juist over alles behalve haar problemen, omdat nu het moment is aangekomen om die te vergeten. De persoon staat al klaar met de fles. Ze gaan zich samen bezatten, hun geest verdoven en hun angsten onderdrukken. Ze gaan zichzelf in slaap drinken.
Alyssa Lambrecht
5G
Geen opmerkingen:
Een reactie posten